Vernoemingen bij de familie Engels/Reyners

Vernoemingen bij de familie Engels/Reyners
Tradities bij het geven van voornamen

Om te begrijpen waarom bepaalde voornamen in onze familie circuleren is het van belang iets te weten over de tradities die bij het geven van voornamen een rol speelden, de zogenaamde vernoemingen. Daarna zal ik aan de hand van voorbeelden aangeven hoe dat in onze familie werd toegepast. 

Bij het geven van doopnamen moeten we ons goed realiseren dat de naam die de ouders in gedachten hebben leidend is.
Dus de volgorde is: "de dopeling krijgt allereerst een roepnaam van de ouders en vervolgens verzint de pastoor daar een heilige bij. Het is dus niet andersom!” Bron 1. 

De pastoor hoort de naam van de dopeling, zeer waarschijnlijk in het dialect, en noteert die in zijn doopboek in het Latijn en zoekt daar de passende heilige bij. Dat hierbij regelmatig de plank werd mis geslagen hoeft geen betoog: Stas wordt Anastasius, Janus wordt Christianus etc. Bij meisjes: Nel wordt Cornelia, Beel wordt Isabella etc. 
Maar wat de pastoor ook opschreef, kinderen kregen vroeger geen fantasie- of modenamen, maar traditionele voornamen, die betrokken werden uit de familie, volgens een vast stramien. Die tradities verschilden ook nog eens per streek in Limburg. Voor Midden-Limburg golden de volgende tradities:
* kinderen worden vernoemd naar een overleden ouder, grootouder, overgrootouder, oom of tante, maar nooit naar een nog levende persoon. 
* vernoeming geschied in de volgorde: overleden ouder, overleden partner van een ouder (bij een postuum kind), overleden broer of zus, overleden grootouder, overleden overgrootouder. 
* de keuze van peter en meter was onafhankelijk van de vernoeming van de dopeling. Na 1850 was echter ook in Midden-Limburg de gewoonte: bij het eerste kind was de grootvader van vaderskant peter en de grootmoeder van moederskant meter. 
* wanneer één van de kinderen binnen het gezin als klein kind overlijdt, krijgt het eerstvolgende kind van het zelfde geslacht dat in dat gezin wordt geboren, de naam van het overleden kind. Het kan ook voorkomen dat er in een gezin meerdere kinderen met dezelfde doopnaam voorkomen (“Jan de Oudste, Jan de Jongste” etc). Bron 2. 

Het is natuurlijk wel zo dat, ondanks dat deze tradities sterk waren, dat niet betekent dat er geen uitzonderingen waren, zoals ik zelf ook heb ervaren.

Vertaling naar de familie Engels/Reijnders

Met deze tradities in het achterhoofd kijken we nu eens naar de stamboom van onze eigen familie. 
De oudste naam die daar nu in voorkomt is Peter Ingels, van Hijthusen. Zijn tweede zoon, in onze stamreeks, heet
Henricus van Heytehusen alias Henken Engels. In de webpagina over Peter Ingels wordt toegelicht dat de doopnaam Henricus waarschijnlijk is vernoemd naar zijn schoonvader, Hein Corsten, vader van zijn eerste echtgenote, Trijn Corsten.
In het schema hieronder zien we de oudste generaties in onze stamreeks afgebeeld (bron 3). 

Wat we daarna zien is dat Henricus van Heytehusen alias Henken Engels volgens de traditie zijn oudste zoon Petrus laat dopen, naar zijn vader Peter Ingels. In de stamreeks van Petrus Engels zien we daarna de vernoeming Henricus-Petrus  meerdere generaties terugkomen. Volgens traditie. Zie het volledige schema en de toelichting op de webpagina van Peter Ingels. Deze tak laten we nu even voor wat het is.
Voor de duidelijkheid heb ik alle Petrussen lichtblauw gearceerd. Alle Henricussen, ook in de volgende schema's, zijn geel gearceerd. In één oogopslag is zo te zien waar deze doopnamen opduiken.
 Wij focussen hier nu op de tweede zoon van Henricus van Heytehusen, Winandus Engels alias Reyners. Hij is een volgende stamvader in onze stamreeks. Hij is door vader Henricus waarschijnlijk vernoemd naar de broer van zijn eerste echtgenote Trijn Corsten: Winandus Korsten. Zie de toelichting daarop op de webpagina van Peter Ingels. Op dit punt in de tijd wordt de doopnaam Winandus in onze familie geïntroduceerd. Deze doopnaam heb ik in alle schema's oranje gearceerd.

In het onderstaande schema heb ik de vernoeming in de volgende drie generaties in beeld gebracht. 
We zien dat Winandus Engels volgens traditie zijn oudste zoon Henricus vernoemd, naar zijn vader. Naast zoon Henricus zijn er drie dochters. Van Gertrudis zijn bij mij geen kinderen bekend. 
We zien in het schema ook dat de kinderen van Winandus en Cornelia bij hun kinderen steeds een zoon vernoemen naar hun vader Winandus. Volgens traditie. 
In deze generatie is alleen Henricus Engels alias Reijnders een stamhouder. De andere drie kinderen zijn immers meisjes. Henricus krijgt twee zonen, Wijnandus Reijners, vernoemd naar zijn eigen vader. En Martinus Reijnaerts, vernoemd naar de vader van zijn echtgenote Helena Houben. Haar vader heette Martinus Houben. 
Maar na deze generatie treedt een traditiebreuk op. 
Wat zien we hier? De stamboom van Wijnandus (aan de linkerkant) handhaaft de traditionele vernoeming.
Henricus Reijners, gedoopt 1716, is waarschijnlijk vernoemd naar de vader van Joanna Waegemans, Henricus Waegemans. Henricus Engels alias Reijnders was immers nog niet overleden (pas in 1726), en was zelfs peetoom bij de doop van zijn naamgenoot. Maar ook zijn broer Joannes Reijners (ged. 1718) handhaaft de vernoeming Henricus-Winandus. 
Deze vernoeming gaat in deze tak van onze familie nog door tot 1897. De lange reeks van overerving van deze typische doopnamen heb ik uitgewerkt in een aparte paragraaf op de webpagina "Gebruik van de doopnamen Winandus en Hen(d)ricus in de familie Engels/Reijnders".

Traditiebreuk

Maar de tak van Martinus, en dus ook voor onze stamreeks, zweert de oude familiedoopnamen af. Cornelius is de naam van de vader van zijn echtgenote Isabella Vaesen. Hij heette Cornelis Vaesen. Volgens de vernoemingstraditie kon de dopeling niet Henricus heten (zijn vader leefde immers nog in 1720), maar had wel Winandus kunnen heten, naar zijn opa (zie de regels met betrekking tot volgorde in de kop van dit artikel).

Waarom deden ze dit? En is deze ban ook doorgezet?
Daartoe hieronder het vervolg van bovenstaand schema met de vier generaties vanaf Martinus Reijnaerts. Ik heb deze afwijkende doopnamen in onze stamreeks zeeblauw gearceerd: 
Op de webpagina van Martinus Reijnaerts hebben we de waarschijnlijke oorzaak van deze waterscheiding besproken.
Martinus is zeer jong getrouwd met Isabella Vaesen. Hij was ten tijde van dit huwelijk op 10 november 1711 "pas" 18 jaar oud, bijna 19. Het was, ook in die tijd, erg ongebruikelijk om zo jong te trouwen.
Maar het was dan ook "een moetje". Hun  oudste kind, dochter Anna, werd minder dan 4 maanden na het huwelijk, op
3 maart 1712, gedoopt. Isabella was ten tijde van het huwelijk al 5 maanden zwanger. 

We zien vervolgens dat er bij de doopgetuigen geen getuigen zijn van vaderskant (Reijnaerts). De namen van de doopgetuigen kunnen worden gelinkt aan de familie Vaesen.
Na het huwelijk van Martinus/Isabella in 1711 gaat het paar in Roggel wonen. Daar worden hun twee kinderen gedoopt. 

Het lijkt erop dat er binnen de familie Reijnaerts ruzie is ontstaan omdat Martinus zo jong moest trouwen (bron 1).
Zeer waarschijnlijk is dat ook de oorzaak van het niet meer vernoemen van vader of opa bij de kinderen. 

Het heeft er alle schijn van dat Martinus en Isabella na het huwelijk zijn gaan inwonen bij de familie Vaesen. Martinus Reijnaerts is eigenlijk verstoten door zijn familie door de schande die hij heeft veroorzaakt. Alles wijst op een echt familiedrama.

Zoals boven vermeld wordt de vernoeming Winandus-Henricus in de tak van Wijnandus Reijners (ged. Heythuysen
30-5-1687) gehandhaafd volgens de traditie. Ook zijn tantes handhaven de vernoeming van hun vader Winandus.

Alleen de familietak van Martinus Reijnaerts dus niet. Toevallig ook “onze” tak van de familiestamboom. Komt dit nog goed? 
Als we wat dieper afdalen in zijn stamboom (zie schema boven) dan zien we dat de tak van Martinus definitief “blauw” blijft. In deze stamboom keert men definitief niet meer terug naar de oorspronkelijke doopnamen Henricus en Winandus.

Hoe is de vernoeming in de tak van Martinus Reijnaerts dan wel verder gegaan? 

Martinus vernoemde dus zijn enige zoon naar schoonvader Cornelis Vaesen. Daar woonde hij waarschijnlijk direct na het huwelijk in. 
Zijn zoon Cornelius Reners doopte zijn oudste zoon Jacobus (Reijners). Hij is eveneens naar schoonvader vernoemd: Jacobus Willekens.
De doopnaam Jacobus, die ook later terugkomt in onze familie, komt op dit punt in de tijd in de stamboom van de familie Reijnders. Hij komt dus uit de schoonfamilie van Cornelius Reners. 

Naar deze Jacobus Willekens (ged. Roggel 11-6-1688, overl. > 30-7-1746 en < 9-2-1754) zijn later (indirect dus) vernoemd:
Jacobus Reijnders (geb. 1812), Jacobus (Winne Coob) Reijnders (geb. 1866), Jacobus Peter Josephus (Sjaak) Reijnders (geb. 1931), Peter Jacobus Gerardus (Piet) Reijnders (geb. 1934), Aartje Anna Jacoba (Marian) Verveer (geb. 1960), Helena Petronella Jacoba (Jaceleen) Reijnders (geb. 1963), Elisabeth Jacoba Henrica (Annelies) Duijts (geb. 1962), Maria Jacoba (Marian) Reijnders (geb. 1966) en Maria Josephina Jacoba (Marie-José) Beerens (geb. 1965).

Uit de familiegeschiedenis blijkt dat in onze tak de voornaam Winandus niet meer is teruggekeerd. Maar wel de voornaam Henricus. Hoe ging dat?
Voor het eerst zien we die naam weer opduiken met de geboorte van opa, Henricus Leonardus (Harry) Reijnders, in 1894.

Ter verduidelijking onderstaand schema:
De voornaam Henricus komt wederom uit de schoonfamilie. Jacobus Reijnders ("Winne Coob"), vernoemt zijn oudste zoon Henricus Leonardus, geboren op 22-1-1894, naar schoonvader Hendrik Deckers, de vader van Maria Angelina Deckers (“Kerre Mieke"), overleden op 16-1-1886.

Opvallend is dat de oudste zoon niet vernoemd is naar de opa van vaderskant (Wilhelmus Reiners), die was immers ook al overleden op 24-5-1874 (traditie bij vernoeming).
Mijn inschatting is dat hier de status van de familie Deckers heeft bepaald dat eerst die familie vernoemd zou worden.
De tweede zoon, Wilhelmus Mathias Reijnders, geb. 23-10-1900, is wel naar zijn opa vernoemd ("goedmakertje"?).

De doopnaam Henricus in deze tak Reijnders is dus niet afkomstig van stamvader Henricus van Heytehusen alias Henken Engels, ged. 1584), maar van de schoonfamilie, Deckers. 

Naar deze Hendrik Deckers zijn dus vernoemd, naast opa Harry Reijnders (overl. 1951), zijn nazaten Hank Joseph (Hank) Soers (geb. 1955), Maria Henrica Mathea (Rionne) Reijnders (geb. 1962), Johanna Hendrika Petronella (Judith) Verveer (geb. 1964), Henricus Josephus (Erik) Duijts (geb. 1965), Henricus Peter (Henrie) Reijnders (geb. 1970), Henricus Johannes Maria (Eric) Beerens, Catherina Josephina Henrica (Karin) Beerens (geb. 1969) en ikzelf, 
Henricus Franciscus Maria (Henk) Reijnders (geb. 1961),

Conclusies

Samenvattend kunnen we concluderen dat de doop-/voornamen Henricus en Winandus kenmerkend zijn in onze familie. 
De roepnamen die we daarvoor bij Henricus tegenkwamen waren Hendrick, Hencken, Heyncken, Henrick, Harry, Hendrik.
Voor Winandus zagen we Win, Wijn, Winocus, Wijnert, Wijnart, Wynand

In "onze" tak van de familie Reijnders werden die traditionele doopnamen niet meer gebruikt vanaf 1720, door een familieruzie over het "moeten" trouwen. In de andere takken van de familie is deze vernoeming wel lang doorgezet, zie daarvoor de webpagina "Gebruik van de doopnamen Winandus en Hen(d)ricus in de familie Engels/Reijnders".
In 1894 is de stamnaam Henricus weer in onze familietak gekomen, door vernoeming vanuit de schoonfamilie. 

Bronnen

1.  E-mail Jan Hanssen, 2-1-2017; over de kinderen van Winandus Engels alias Reyners.
2.  “Limburgse voorouders”, Régis de la Haye, Maastricht 2005. 
3.  Notitie inzake de genealogie van Peter Ingels van Hijthusen, Trijn Corsten (getr. >11-11-1580) en Ummel Tsasen,
     Henk Reijnders, Ospel 11 mei 2021.


Share by: